Dolfijn (zoogdier) - Delphinus delphis, een zoogdier, behoorende tot de tandwalvisschen; ongeveer 2 M. lang en met 200 tanden. Algemeen aan de kusten der Middellandsche zee, wordt van tijd tot tijd aan de Engelsche en Fransche kusten en in de Noordzee gevangen, komt overigens in alle gematigde zeeën van het Noordelijk halfrond voor. Hij leeft in troepen en volgt dikwijls de schepen; hij is een uitmuntende zwemmer, die zich voedt met zeedieren. — De d. was in de grijze oudheid bekend; hij is het attribuut van Neptunus. Volgens oud-heidensche voorstelling ook symbool van de vriendschap of van de gelukkige intrede in het andere leven, in zoovere hij de schepen trouw begeleidt, schipbreukelingen op zijn rug aan land zet, de muziek liefheeft of de dooden naar den oever van de eilanden der gelukzaligen brengt. — In de kunst wordt hij gaarne, ook op Christelijke monumenten, ornamentaal aangewend als zee-motief, dikwijls om een anker gewonden, of symmetrisch aan de zijden van een opschrift of een medaillon.
Dikwijls echter eischen de samenhang en de wijze van voorstelling, vooral bij latere monumenten, door de visch-symboliek, ook symbolische betrekkingen tot Christus als Verlosser en tot een gelukkige reis naar het andere leven. Zeer dikwijls verschijnt de d. in dit dubbel opzicht in de katacomben, op sarcophagen, oud-Christelijke lampen en steenen. — In de Wapenk. wordt de d. in Fransche wapens anders voorgesteld dan in Engelsche. In de eerste staat hij paalsgewijs en eenigszins gekromd naar de linkerzijde van het schild met zijn kop en staart nabij de rechterzijde. Is de kromming van den rug naar het schildhoofd gericht en de kop met den staart nabij de punt, dan is hij liggende of liever zwemmende. In de Engelsche wapens wordt hij gewoonlijk zwemmende voorgesteld, met gekromden rug, den kop naar beneden en den staart naar boven opgekruld.