Dobroedsja - het 0. gedeelte van Roemenië, door den Donau van Groot-Walachije en Z.Rusland gescheiden. Het Z. is een 100—200 M. hoog plateau, dat in het N. geleidelijk overgaat in een 200—500 M. hoog heuvelland, voornamelijk bestaande uit kalkrotsen, die door een dunne laag löss bedekt zijn. Over ’t algemeen is het een steppenland, dat aansluit bij de Z.-Russ. steppen, met een drogen, heeten zomer en een kouden winter (omdat het land geheel openligt voor de koude N. winden). De bevolking leeft voornamelijk van veeteelt en een weinig landbouw (winterkoren).
De ZwarteZee-kust is in ’t N. moerassig, in ’t Z. steil zonder natuurlijke havens; de haven van Constantza heeft men met enorme kosten moeten aanleggen. De voornaamste plaatsen zijn, behalve Constantza: Tulcea, Tsjernavoda en Silistria. Door de D. loopen 2 belangrijke spoorwegen van Constantza naar Tsjernavoda (en verder over den Donau naar Boekarest) en van Megidia naar Tulcea. — De D. was in de Oudheid bewoond door de Skythen en droeg dan ook onder keizer Diocletianus (± 300) den naam Skythia minor. De tegenw. naam is afgeleid van Dobrotitsj. een machtig Bulgaarsch vorst uit de 14de eeuw. Sedert de 7de eeuw heeft het een overwegend Slavische bevolking, die voor ’t grootste gedeelte Grieksch-Katholiek en voor een klein deel Mohammedaansch is.
Na den 2den Balkanoorlog in 1913 werd de D. vergroot met een 7700 K.M.2 groot gebied, dat door Bulgarije aan Roemenië werd afgestaan. Daardoor is de oppervl. geworden 22.000 K.M.2 en het aantal inw. 750.000. Roemenië eischte deze gebiedsuitbreiding, omdat het zich bedreigd voelde, wanneer Bulgarije de stad Silistria behield. Bij den vrede van Boekarest (Mei 1918) is de D. geheel door Roemenië afgestaan. Het Z., dat vroeger aan Bulgarije behoorde, is weer aan dien staat gekomen; de rest blijft aan de gezamenlijke centrale mogendheden, tot er over de voorwaarden voor overgave aan Bulgarije overeenstemming is verkregen.
