Dieptescherpte, de eigenschap van een photographische lens om voorwerpen, liggende op verschillende afstanden, gelijktijdig voldoende scherp op de photographische plaat af te beelden. Terwijl absoluut scherpe afbeelding bij een bepaalde instelling slechts voor voorwerpen in één bepaald vlak mogelijk is, rekent men de scherpte practisch nog voldoende als een punt door een schijfje van hoogstens 0.1 m.M. wordt weergegeven. De dieptescherpte neemt toe met verkleining van de opening (omgekeerd evenredig met de opening) bij eenzelfde lens, en is omgekeerd evenredig met den brandpuntsafstand van de lens. Vandaar, dat lenzen met zeer korten brandpuntafstand, zooals in zeer kleine camera’s worden gebruikt, alles buiten een betrekkelijk kleinen afstand scherp teekenen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
