Diabelli - (Anton(io)), geb. 1781 te Mattsee bij Salzburg, overl. 1858 te Weenen. D., in zijn tijd een componist van aanzien, van wien orkestwerken, opera’s en kerkmuziek uitgevoerd en gaarne gehoord werden, is in de muziekwereld nu alleen nog maar bekend door zijn Sonatines voor 4 handen voor de piano, en door een wals, waarop Beethoven 33 variaties schreef. D. ontving zijn eerste onderricht in zang, klavier- en orgelspel van zijnen vader, die „Stiftsmusikus” en koster was. Na in verschillende kerkelijke instellingen te zijn opgeleid, kwam hij op 19 jar. leeft, in het klooster Raitenhaslach te Salzburg, en vond daar in Michael Haydn een vaderlijken vriend, die zijne composities onderzocht en hem menigen goeden raad gaf.
Bij de opheffing der kloosters in Beijeren (1803) moest D. Raitenhaslach verlaten; hij gaf toen ook zijn plan, priester te worden op, en begaf zich naar Weenen, waar hij onderricht gaf in het piano- en gitaarspel, en al spoedig een der meest gezochte leeraren werd. Door spaarzaamheid verzamelde hij een klein vermogen, dat hem in staat stelde zich te associëeren met den muziekuitgever Cappi. In 1824 nam hij de zaak voor eigen rekening over, om ze 1854 in zeer bloeienden toestand aan C. A. Spina over te doen. D. was de voornaamste uitgever van Schubert en stond ook tot Beethoven in betrekking.