Detentie (militaire) - is een van de militaire hoofdstraffen, in het Crimineel Wetboek voor het krijgsvolk te lande genoemd en komt eenigszins overeen met de hechtenis van het burgerlijke strafrecht. Deze straf bestaat in opsluiting in een huis van bewaring of in een huis van provoost, voor den tijd van ten minste één dag en ten hoogste twee achtereenvolgende jaren, behoudens het geval van strafverhooging terzake van samenloop van misdrijven. Op de militaire detentie zijn toepasselijk de regelen, in het Wetboek van Strafrecht voor de hechtenis voorgeschreven. Het verzoek van den veroordeelde om de detentie in afzondering te mogen ondergaan wordt alleen toegestaan zoo daartoe gelegenheid bestaat.
Bij veroordeeling van een minderen militair tot militaire detentie ter zake van eenig misdrijf tegen den dienst of de subordinatie, of van herhaalde desertie kan de rechter bepalen, dat de veroordeelde na zijn ontslag zal worden geplaatst in eene tuchtklasse voor niet langer dan één jaar. In tijd van oorlog kunnen de krijgsraden de geldboeten veranderen in militaire detentie. Ook het Wetb. van Mil. Strafrecht kent de mil. detentie (art. 6 a). De militaire rechter is bevoegd haar, in plaats van gevangenisstraf, voor ten hoogste twee maanden op te leggen. Deze straf wordt in een afzonderlijk gebouw in afzondering ondergaan; de op te leggen werkzaamheden mogen echter gemeenschappelijk worden verricht. Tijdens het ondergaan van de detentie is de militair onbevoegd ridderorden, e. d. g. te dragen.