Dessau - hoofd- en residentiestad van het hertogdom Anhalt, aan den linkeroever van de Mulde, 3 K.M. van haar monding in de Elbe, heeft breede straten en fraaie plantsoenen op de talrijke pleinen en 58.000 inw.; bijna geheel Prot. Onder de kerken is belangrijk de in 1554 voltooide Mariakerk, op de Groote Markt, waarin eenige mooie schilderijen, o.a. een avondmaal met afbeeldingen der voornaamste personen uit het tijdvak der Hervorming, en met de graftomben van vele Anhaltsche vorsten; de nieuwe Kath. kerk: St. Peter en Paul, in Gotischen stijl, heeft fraaie glasschilderingen. Onder de overige bouwwerken van D. zijn te noemen: het hertogelijk slot, waarin archief en museum, het nieuwe raadhuis, het hertog, mausoleum in het Mausol.
Park, het gymnasium Fridericanum, waarvoor het standbeeld van Wilh. Muller staat; vele monumenten. Kunstverzamelingen bijv. in het hertogelijk slot en de schilderijenverzameling in de Amalienstiftung (armenhuis voor oude vrouwen, einde 18e eeuw gesticht door de dochter van vorst Leopold). Verder is D. rijk aan philanthropische stichtingen. Hoofdmiddel van bestaan is de industrie (tapijten, machinerieën, rijtuigen, spiritualiën, suiker, wollen garens en laken, ijzerwaren, bier). D. is een kruispunt der lijnen Wittenberg—Köthen—Aschersleben en Maagdenburg— Zerbst—Leipzig, heeft een druk scheepvaartverkeer op de Elbe en een havenplaats in Wallwitzhaven, 4 K.M. Noordelijk. 25 Apr. 1826 werd de graaf van Mansfeld door Wallenstein bij de Dessauerbrug verslagen.