Democēdes, zoon van Calliphon, stak van Cnidus over naar Croton, kwam 528 v. C. als geneesheer naar Aegïna, waar hij gemeentearts werd op een jaarlijksch traktement van 1 talent, begaf zich vervolgens naar Athene, totdat Polycrates van Samos hem om zijne talenten in zijn dienst nam. Na den val van dien tiran (522) was hij als gevangene te Susa, waar hij door zijn gelukkige behandeling van Darius en Atossa tot groot aanzien kwam en dischgenoot des konings werd. Omstreeks 520 naar Croton teruggekeerd en Pythagoreeër geworden, vlood hij ± 500 bij gelegenheid van de een of andere catastrophe naar Plataeae.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
