Delirium, een toestand, waarbij een lijder beheerscht wordt door waanvoorstellingen en handelingen, die niet met de werkelijkheid overeenkomen. Het gezonde denkvermogen ontbreekt. Bij geestesziekten komt het delireeren, zooals de handelingen tijdens het delirium heeten, dan ook vaak voor. Men onderscheidt daarbij twee vormen, het melancholische of depressieve d. en het maniakale d. Bij het eerste blijven de lijders rustig, zij zitten stil voor zich uit te praten, plukken aan de dekens, enz; bij het tweede daarentegen zijn zij wild, schreeuwen, willen uit het bed, rukken zich de kleeren van het lijf, gesticuleeren, enz.
Ook bij gezonde geestvermogens kan d. optreden. Ten eerste bij hooge koorts, het z.g. ijlen, zooals men dat vaak bij buiktyphus, longontsteking, hersenvliesontsteking kan waarnemen. Na verwording treedt een enkele maal een d. traumaticum op. Verder kunnen vergiftigingen met narcotica, als morphine, tot d. voeren. In den aanvang der bedwelming komt d. herhaaldelijk voor, vooral bij krachtige, aan alkohol gewende personen. De behandeling richt zich natuurlijk geheel en al naar de oorzaak van het d. Een bijzondere vorm is het d. tremens, de waanzin als gevolg van een overmatig gebruik van alkohol.
Het d. tremens kan een kalm, doch ook een uitermate wild d. zijn; de lijders gelooven allerlei spookgestalten, ook dieren (muizen) te zien en maken afweerbewegingen om zich deze van het lijf te houden. Zij kunnen soms woest zijn, willen uit het bed, uit het raam springen, schreeuwen, stellen zich allerlei dingen voor uit hun dagelijksche werk en gedragen zich dienovereenkomstig. Soms lachen zij onophoudelijk. Na eenigen tijd, een paar dagen meestal, houdt de aanval op om spoedig des te heftiger terug te keeren. Er bestaat tijdens den aanval slapeloosheid, de huid zweet sterk, de oogen zijn rood, lippen en mond droog, de pols wat versneld; er bestaat een heftig verlangen naar alkohol.
Het d. tremens breekt uit na een bovenmatig alkoholgebruik of door plotselinge onthouding, bij gewoontedrinkers Dit laatste kan door allerlei oorzaken, ziekte, verwonding, operatie, enz. in de hand gewerkt worden. Het meest komt d. tremens voor op 35—50 jarigen leeftijd; 15% der gevallen eindigt met den dood. Bij d. tremens is het noodzakelijk den alkohol niet geheel te onthouden; daarnevens wordt een middel gegeven om den delirant tot bedaren en in slaap te brengen. Chloraalhydraat, doch ook vermoeienis leiden meestal tot dit doel. Na den aanval zal ontwenning van den alkohol moeten worden nagestreefd; een doel, dat echter slechts zelden zal worden bereikt.