Declaraties van ’s-gravenhage, - van 29 Juli 1899; zij waren een gevolg van de Eerste Vredesconferentie te ’s-Gravenhage gehouden en hadden betrekking op verschillende wapenen en vijandelijkheden en wel 1) tot verbod van zekere kogels, die noodeloos wreede verwondingen veroorzaken;
2) tot verbod voor vijf jaren van het werpen van projectielen of ontplofbare stoffen uit ballons en dergelijke nieuwe uitvindingen;
3) het verbod van projectielen, die geen ander doel hebben dan het verspreiden van bedwelmende en verpestende gassen. De declaratie onder 2) genoemd is op de Tweede Vredesconferentie van 1907 bestendigd. In den tegenwoordigen oorlog is, zooals bekend, door bijna alle oorlogvoerenden in strijd met deze declaratie gehandeld. De drie declaraties waren toegevoegd aan het Reglement „concernant les lois et les coutumes de la guerre sur terre”.