Dechamps, 1) Adolphe, Katholiek staatsman, geb. 1807 te Melle bij Gent, overl. 1875 op zijn slot Scailmont bij Manage; 1834 lid der 2e kamer, 1841 gouverneur der provincie Luxemburg, 1843—45 minister van openbare werken, 1845—47 van buitenlandsche zaken, 1847—64 leider der Katholieken in de 2e Kamer; als redenaar en schrijver trad hij ijverig voor de belangen der Katholieken op. — 2) Zijn broeder Victor Auguste, Redemptorist, aartsbisschop van Mechelen en kardinaal, geb. 1810 te Melle, overl. 1883 te Mechelen; 1834 priester gewijd, 1835 Redemptorist te St. Frond en als zoodanig veel op missiën werkzaam, 1847 voor aangelegenheden van zijn Congregatie te Rome, 1865 bisschop van Namen, 1867 aartsbisschop van Mechelen, 1875 kardinaal. Onderscheidde zich door zijn onvermoeiden ijver in de zielzorg; organisator van het katholiek leven, muntte uit als kanselredenaar en apologetisch schrijver.
Schreef: Libre examen de la vérité (Doornik 1857), Le Christ et les Antéchrists (Doornik 1858), La grande erreur de notre temps (Mechelen 1868); als voorstander van de definitie der pauselijke onfeilbaarheid schreef hij L’infaillibilité et Ie concil général (Mechelen 1869) en open brieven aan Gratry en Dupanloup, vurige tegenstander van de godsdienstlooze staatscholen en van het liberalisme. — 3) Etienne, Jezuïet, theoloog, geb. 1613 te Bourges, overl. 1701 te Parijs; onderwees aldaar philosofie en theologie, rector van verscheiden colleges; driemaal provinciaal. Vervaardigde verscheidene geschriften tegen het Jansenisme. Hoofdwerk: De haeresi Jansen. (Parijs 1645).