Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Deák (franz)

betekenis & definitie

Deák (franz) - Hongaarsch staatsman uit een oud-adellijk Hongaarsch geslacht, geb. 1803 te Söjtör, in het komitaat Szala, overl. te Boedapest in 1876, studeerde te Raab in de rechten, bekleedde velerlei rechterlijke bedieningen, werd in 1832 in de Kamer van Afgevaardigden gekozen, was weldra de leider der Hongaarsche liberale oppositie en der reform-partij, die vooral voor afschaffing van de vrijstelling des adels van belasting ijverde; werd na de revolutie van 1848 minister van justitie in het eerste constitutioneele kabinet van graaf Batthyanyi, trachtte aan zijn departement ingrijpende hervorming tot stand te brengen en arbeidde steeds voor een oplossing langs vredelievenden weg van de geschillen met Oostenrijk; toen dit voornamelijk door den invloed van Kossuth onmogelijk geworden was, trad hij af (31 Dec. 1848); op de nadering van het Oostenrijksche leger onder Windischgrätz poogde hij op last van den Rijksdag te vergeefs met dezen onderhandelingen aan te knoopen en trok zich op zijn goederen terug. Toen in 1860 zijn land een grondwet kreeg, werd hij opnieuw afgevaardigde en stelde met Andrassy een schikking van het Oostenrijk-Hongaarsche vraagstuk voor, welke echter door den keizer onaannemelijk werd verklaard, waarop de Hongaarsche Rijksdag 22 Aug. 1861 aftrad. In het z.g. Paaschzondag-artikel in de Pesti Napló (1865) wees D. den weg, om tot een oplossing te geraken; hij verklaarde hierin Hongarije bereid, om zijn historische rechten met de belangen van het geheele rijk als mogendheid in overeenstemming te brengen, alzoo een deel van zijn eischen aan zijn autonomie op te offeren; dit artikel werd het uitgangspunt van het Oostenrijksch-Hongaarsche compromis, dat in de eerstvolgende jaren tot stand kwam (zie OOSTENRIJKHONGARIJE), dank zij de gematigdheid van D. In 1867 werd Andrassy tot Hongaarsch minister-president benoemd, nadat D. voor het presidentschap had bedankt; de Hongaarsche grondwet werd hersteld en Frans Jozef als koning van Hongarije gekroond te Buda-Pesth.

In 1887 werd hier voor D. een standbeeld onthuld. Zijn voornaamste werk is Beiträge zum ungarischen Staatsrecht (1865).

< >