Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dar-Foer

betekenis & definitie

Dar-Foer (Darfour, Dar For; Dar = cultuurland of bewoond land, in tegenstelling met Akabah = wildernis), landschap en sultanaat in Oost-Soedan, tusschen 10-14° N.Br. en 22-28° O.L., groot ± 450.000 K.M.2 Het is een 800 a 1000 M. hoog tafelland, waarboven zich in het centrum een in hoofdzaak vulkanisch gebergte, de Dsjebel Marra, tot 1830 M. hoogte, verheft. Ook de ± 1000 M. hooge Dsj. Medob in het N.O. is vulkanisch. De meeste neerslag valt in het W. en in het Z., in het bergland meer dan in de vlakten.

De zomer is de regentijd. Zeer talrijke dalen gaan van uit het centrale gebergte in verschillende richtingen, meest naar de Tsjari en de Bahr-el-Arab. De Wadi Malik gaat Oostwaarts direct naar den Nijl. Zij voeren bovenaards alleen water na regen, maar onder hun grindbodem is op geringe diepte steeds water te vinden. — Het Oostelijk deel van D. heet Giseh (= zandig land) en is evenals het N. een onafzienbare steppevlakte. Het centrale bergland bevat woud- en cultuurland. In den regentijd staat het zeer wildrijke gebied in het Z. voor een groot deel onder water. Ongeveer de helft der bevolking bestaat uit Foer, een zeer ontwikkeld negervolk. Ze bewonen hoofdzakelijk het midden en het W., terwijl in het drogere N. en O. het Arab. element de overhand heeft.

De negers leven hoofdzakelijk van landbouw en veeteelt, de Arabieren grootendeels van veeteelt alléén. Verbouwd worden negergierst en in het gebergte ook tarwe, sesam, enz., in de Oostel. dalen ook katoen. In het W. en Z. houdt men veel runderen, schapen en geiten, terwijl de Arabieren in het O. en N.O. reusachtige kudden kameelen houden. Het handelsverkeer met het Z. gaat met behulp van ezels. De jacht levert in het Z. nog altijd eenig ivoor, in de Noordel. steppen wordt op antilopen en struisen gejaagd; wilde honing wordt verzameld, gebraden sprinkhanen en rupsen zijn lekkernijen; het bosch levert o.a. gom en caoutchouc. In het Z. liggen de kopermijnen van Hofrat-en-Nehas; verder worden nog ijzer, steppenzout en natron gewonnen.

De huisindustrie levert o.a. geweven katoenen stoffen, filigraanwerk van koper en ijzer, enz. — D. is van oudsher een doorgangsland, zoowel voor het verkeer van Midden-Soedan naar het boven-Nijlgebied, als van Centraal-Afrika naar Egypte. — Het koninkrijk Darfoer is gesticht door een zekeren Dali. Zijn kleinzoon Soliman Sóllon (1596-1637) voerde den Islam in. Het bleef tot 1874 onafhankelijk, in welk jaar het door Egypte werd onderworpen. In 1883 viel het in handen van den Mahdi. Na de vernietiging van diens rijk kwam het in 1898 onder Engelsch-Egyptisch gezag. ‘t Wordt nu weer door inheemsche vorsten geregeerd, die echter schatting aan Engelsch-Egyptisch Soedan betalen.

< >