Daphnis, op Sicilië en Creta oudtijds de heros der herders; hij werd voorgesteld als de zoon van Hermes en eene nymf; jager en veehoeder, ervaren in het bespelen der syrinx. Zijne moeder bracht hem ter wereld in een laurierbosch (vandaar de naam), en nimfen en herders voedden hem op. De nimf Echenais beminde hem en hij beloofde haar, zich met geen andere vrouw te zullen verbinden. Toen hij echter zijn woord verbrak, strafte de vroegere beminde hem met blindheid.
Hermes voerde hem naar den hemel en liet op de plaats, waar dit voorviel, eene bron (Daphnis) opwellen, waarbij de Siciliërs jaarlijks offerden. De geschiedenis van Daphnis was een hoofdonderwerp der bucolische poëzie; hij zelf zou de eerste herderszangen gezongen hebben. Bij Theocritus heeft de sage eene andere inkleeding; hier sterft Daphnis van minnepijn door de wraak der vertoornde Aphrodite. Vergilius verheerlijkt in zijne vijfde ecloge Caesar onder den naam van Daphnis.