Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Danaërs

betekenis & definitie

Danaërs, was bij de Grieken de locale naam voor de bevolking van Argos; bij Homerus uitgebreid tot de Grieken in ’t algemeen. Waarsch. komen zij reeds in de oud-Egypt. opschriften voor als Danj-en. (Klinkers worden in ’t Egyptisch niet geschreven — zie HIËROGLIEFEN — en zijn dus onbekend. Daarom spreekt men zulke namen, conventioneel, soms met a of e uit). De D. behooren dan tot de gedeeltelijk Indo-germaansche volkerengroep, die, in het begin der 12e eeuw, van uit Europa, Klein-Azië, Syrië, Kanaän en eenigszins ook Beneden-Egypte overstroomt. — Mernefta (1225-1215), koning van Egypte, heeft te strijden o.a. tegen Lykiërs, Akaiwesj (Achîvi), Tursje (Tyrsênoi d.i. Etrusken), Sjikelesj (Siciliërs), Filistijnen, Darden (Dardaniërs), Mysiërs, Kilikiërs, enz.

Ramses III (1198-1167) noemt, naast verscheidene dezer volksstammen, de Sjarden (Sardiniërs) en de Danj-en. Zie voorts CYPRUS en ZEEVOLKEN. Men houde in het oog, dat bovengenoemde identificeeringen der verschillende volken soms onzeker zijn. Maar de meeste gezaghebbende historici nemen die identific. aan.

< >