Czuczor (Gergely), 1800—1866, Hongaarsch dichter. Hij liet het eerst van zich hooren door zijn epos: Augsburgi ütközet (De slag van Augsburg), waarin de zegepraal der Magyaren over de Duitschers in 910 verheerlijkt wordt. Van histor. aard zijn ook zijne epos Aradi gyülés (Vergadering van Arad) en het nog beter geslaagde Botond. De daden van Hunyadi Janos, den grooten held uit den Hong. riddertijd, wilde Cz. in een uitvoerig epos bezingen, doch hiervan heeft hij slechts gedeelten voltooid.
Populairder dan deze epische werken zijn Cz.’s lyrische gedichten, waarin hij vaak zeer gelukkig den naïeven liefelijken toon der volkspoëzie weet te treffen. Ook op taalkundig gebied heeft hij veel geschreven. In 1845 droeg de Hong. Academie hem het samenstellen van een groot Hongaarsch Woordenboek op: A Magyar Nyelv Szótdra, waarvan in 1862 het eerste deel verscheen en dat na Cz.’s dood door Fogarsi is voortgezet en in 1875 voltooid. Wegens een in de „Kossuth Hirlapja” van 21 Dec. 1848 opgenomen wild hartstochtelijk gedicht Riadó (Strijdkreet) werd hij in Jan. 1849 tot zes jaren vestingstraf veroordeeld; na de inneming van Pest door de Hongaren bevrijd, stelde hij zich vrijwillig weder ter beschikking, bracht nog eenigen tijd op de vesting Kufstein door en kreeg in 1851 amnestie. De vierde letter van het alphabet; beteekent als cijfer 500; met een streepje erboven 5000. Zij komt voor in vele Lat. en Eng. afkortingen: D.G. = Dei Gratia, door God’s genade;
V. = Deo volente, als God het wil; Dr. = doctor; Ds. = dominus; D.C.L. = doctor of civil law; D.D. = doctor of divinity; D. L. = deputy lieutenant; Do. = dito, hetzelfde; D. Sc. = doctor of science; d. = denarius, als Rom. zilveren munt= 10 asses, ± 40 ets., als tegenw. Eng. munt = 5 ets.; d.d. afkorting van: de dato, ter aanduiding van de dagteekening van een brief, besluit, enz.; ook is D. het op het derde congres van Actuarissen te Parijs in 1900 aangenomen symbool voor het gediskonteerd aantal levenden. Het is de eerste letter van „denominator” (noemer), omdat d in den noemer voorkomt van de kontante waarde van een lijfrente.