Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Cunaeus (petrus)

betekenis & definitie

Cunaeus (petrus) - philoloog en rechtsgeleerde, bekend als het „juridisch orakel”, hoogleeraar te Leiden. Geb. 1586 te Vlissingen als zoon van den koopman Van der Cun. Na studie te Leiden en een reis, 1603, naar Engeland, begon hij zijn wetenschappelijke loopbaan met voorlezingen in Leiden over Horatius. In 1612, na nog eenigen tijd te Franeker Oostersche talen te hebben gestudeerd, werd hij buitengewoon hoogleeraar in het Latijn te Leiden; het jaar daarop gewoon hoogleeraar.

In 1615 werden hem de colleges in het Romeinsche Recht opgedragen. Hij overleed 2 Dec. 1638 te Leiden, alwaar hij in de St. Pieterskerk werd begraven. Behalve geschriften van philologischen en juridischen aard, schreef hij een geruchtmakend Latijnsch geschrift: Sardi venales, enz. 1612 [d. w. z. menschen zonder waarde, omdat na den oorlog op Sardinië de gevangenen, die als zeer trouweloos te boek stonden, voor spotprijzen werden verkocht], in het Nederlandsch verschenen onder den titel: Gekken te koop, een bespotting van schijngeleerdheid, tevens een hekeling van de godsdiensttwisten zijns tijds. In dit geschrift, evenals in zijn De Republica Hebraeorum Libri III, Lugd. Bat. 1617, gaf hij blijk van Remonstrantsche gevoelens, waarom hij door de Zuidhollandsche Synode van 1619 ter verantwoording werd geroepen.

< >