Cryptorchidie - Bij jonge manlijke dieren liggen de geslachtsklieren, de testikels, in de buikholte. Zij zakken door den liesring en het lieskanaal en komen dan in het scrotum, waar zij tot volkomen ontwikkeling komen en spermatozoïden beginnen te vormen en sperma gaan afscheiden. Het komt echter voor, dat de testikels in de buikholte blijven en dus niet in het scrotum komen. Zulke manlijke dieren worden niet vruchtbaar, omdat de geslachtsklieren niet geheel ontwikkelen en geen sperma afscheiden.
Wel vertoonen de dieren geslachtsdrift en zelfs in den regel in sterk verhoogde mate. Het meest ziet men c. bij het paard. Zulk een paard wordt „klophengst” genoemd, en is dikwijls zeer lastig en onhandelbaar, soms geheel onbruikbaar. Aan den lichaamsbouw is de klophengst dikwijls al te herkennen, vooral aan den zwaren hals en vooral den zwaren bovenrand ervan en aan de geheele uitdrukking Klophengsten worden dikwijls gecastreerd door het uit de buikholte halen der testikels, wat in den regel langs het lieskanaal geschiedt, ook wel enkele malen door den buikwand in de flank. Bij het rund komen ook af en toe c. voor. Bij het varken is de c. bekend onder den naam van „binnenbeer”. De aanwezigheid der geslachtsklieren in de buikholte geeft aan het vleesch een eigenaardigen, onaangenamen reuk, waarom de slagers zulke dieren niet gaarne koopen.
