Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Corvey

betekenis & definitie

Corvey, voormalige Benedictijnerabdij bij Höxter aan de Weser, onder Lodewijk den Vrome in 822 door Adalhard en Wala gesticht en bezet met monniken uit Corbië, vandaar Corbeia nova genoemd. De kloosterkerk is een Karolingisch bouwwerk uit 815, ’t Westel. gedeelte omstreeks 1000 verbouwd, het schip nog later vernieuwd. De abdij verwierf spoedig veel grondbezit en kwam tot hoogen bloei. Hier werkten Agius en Gerold; hier gaf de H. Ansgar onderricht; hier vervaardigde Widukind ten tijde van Otto I de geschiedenis der Saksen.

De beroemdste abt van C. is Wibald (1146-1158), tegelijk abt van Stablo. Terwijl het z.g. Chron. Corbeiense onecht is, hebben wij aan C. nog een heele rij van geschiedkundige werken te danken, o.a. de Annales Corb., de Translatio St. Viti, brieven van Wibald, enz. Van de bibliotheek van C. is afkomstig het eenige Tacitus-handschrift, hetwelk de eerste 6 boeken van de Annales bevat.

In 1632 werd C. door de Zweden geplunderd en verbrand. Nadat C. in 1794 prins-bisdom, in 1803 gesaeculariseerd en aan Nassau-Oranje was toegewezen, in 1807 aan ’t Koninkrijk Westfalen en in 1815 aan Pruisen gekomen was, werd het in 1820 door Pruisen tegen andere landerijen afgestaan aan Victor Amadeus van Hessen-Rotenburg. Deze vorst stichtte een nieuwe bibliotheek te C., waaraan van 1860-1874 Hoffmann von Fallersleben bibliothecaris was. Sinds 1840 is C. in bezit van de hertogen van Ratisbor.

< >