Coruna (La), 1) prov. in het N.-W. van Spanje, met een oppervl. van 7870 K.M.2 en 685.000 inw.; behoort tot de dichtst bevolkte prov. van het koninkrijk. Het is een land van plateau’s en lage bergketenen (hoogste punt 800 M.). De kust is ria-vormig, met talrijke goede havens. Van den bodem wordt ongeveer 3000 K.M.2 gebruikt voor korenbouw en 3.500 K.M.2 voor veeteelt.
De bewoners der prov. staan bekend als goede zeelui. Het bergland is rijk aan ijzererts.
— 2) hoofdstad der gelijkn. prov., gebouwd op een in den Atl. Oceaan uitstekende landtong, met een ruime haven, door 5 forten verdedigd, die zoowel dient voor de scheepvaart — vanuit C. gaat een geregelde dienst op W.Indië en de havens aan de Spaansche kust — als voor marinestation. Voor dit laatste is een inrichting voor draadlooze telegrafie aanwezig. 47.000 inw. Uitvoerartikelen: vee, vruchten, wijn en leer; ingevoerd worden vooral suiker, steenkolen, petroleum en katoenen stoffen. Er is een Ned. consulaat gevestigd. — C. is misschien gesticht door de Phoeniciërs; de Romeinen noemden het Brigantium en in de Middeleeuwen was het bekend onder den naam Caronium, dat langen tijd behoorde tot het khalifaat van Cordova. In 1598 veroverde de Engelsche vloot onder Drake de stad, die daarop geheel door brand werd verwoest. Naar C. trok in 1809 het Engelsche leger onder Moore (die bij C. sneuvelde) zich terug voor het Fransche onder maarschalk Soult, wien het niet gelukte de inscheping der Engelschen te beletten. C. werd in 1823 door Franschen en Carlisten ingenomen, nadat ze de partij der revolutionnairen had gekozen.
