Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Constantinus

betekenis & definitie

Constantinus - 1) Imp. Caes. Flavius Valerius Constantinus Aug., bijgen. de Groote, oudste zoon van Constantius Chlorus en Helena, geboren te Naissus kort na 285, Rom. keizer 306—337. Van jongs af in den krijgsdienst geoefend, terwijl zijn geestelijke vorming geheel bleef veronachtzaamd, wijdde hij zijn regeering in met gelukkige veldtochten tegen de Franken aan den Midden-Rijn en tegen Maxentius, die zich in Italië tot keizer had opgeworpen en na een nederlaag in den Tiber verdronk (312).

Na met even gelukkig gevolg zijn ontrouwen zwager Licinius, den machtigen beheerscher van ’t O., eerst in 314 en nogmaals in 324 beoorloogd te hebben, bleef hij eenig heer en meester van ’t Rom. wereldrijk. Sedert regeerde C. in vrede. Hij bracht in 330 den rijkszetel naar Byzantium, sedert Constantinopolis geheeten, over. Later toen hij zich tot een veldtocht tegen de Perzen uitrustte, werd hij onverwachts door den dood overvallen in 337 en liet het rijk na aan zijne 3 zonen Constantinus, Constantius en Constans. C. was grooter als veldheer dan als mensch en regent. Meer uit overleg dan uit overtuiging maakte hij het christendom tot staatsgodsdienst.

Tot luister en steun der alleenheerschappij schiep hij een heirleger van rijkbezoldigde staats-, kerk- en hofbeambten. In het krijgswezen bracht hij heilzame verbeteringen aan, vooral door het afschaffen der praetoriani. — 2) C. II, oudste zoon van den vorige, geb. 317 te Arles, keizer 337—340; reeds dadelijk na zijn geboorte tot Caesar benoemd, ontving hij een voortreffelijke opvoeding, overwon 332 de Goten en Sarmaten, hield zijn hof 335 te Trier, heerschte na den dood zijns vaders over het W., maar greep als oudste keizer ook in het rijksgedeelte van Constans in. Toen deze hem Italië en Afrika niet wilde afstaan, viel hij 340 Italië aan, maar werd bij Aquileia gedood'. — 3) C. III, gewoon soldaat, in 407 door het leger in Britannië tot keizer verheven, noemde zich Flavius Claudius C. en beweerde een nakomeling van Constantijn te zijn. Hij beheerschte Gallië, drong de troepen van Honorius terug en werd in 409 als medekeizer erkend. In 410 benoemde hij zijn zoon Constans tot Augustus, maar in Arelate door zijn eigen veldheer Gerontius belegerd, dankte hij af en werd met zijn zoontje Julianus in 411 bij Ravenna vermoord.

< >