Conrad (jan) - Conrad (Jan Frederik Willem), geb. te Maastricht 1825, overl. te ’s-Gravenhage 1902. Op 16-jarigen leeftijd cadet van den waterstaat werd hij in 1845 adspirant-ingenieur. Na werkzaam geweest te zijn in ’s-Hertogenbosch, Maastricht en Utrecht, kwam hij in 1851 te Goes onder Caland, waar hij 8 jaar bleef en nuttig werkzaam was. In Alkmaar werden onder hem een nieuwe sluis van het N.H.-kanaal te Amsterdam gebouwd en de oude vernieuwd. (Beschreven in het tijdschrift van het Kon. Instituut van Ingenieurs).
In 1869 werd hij hoofdingenieur in Middelburg. Verbetering van afwatering in Zeeuwsch-Vlaanderen en inpolderingen hadden onder zijn beheer plaats. In Zeeland had hij zitting in verschillende commissiën. In 1874 verplaatst naar Haarlem, kreeg hij toezicht op den aanleg van het Noordzeekanaal en was hij de ziel van de commissie tot beoordeeling van de ontwerpen tot verbetering van de Keulsche vaart. Op 1 April 1891 werd Conrad inspecteur en bleef dit tot 1 Nov. 1891, toen hij gepensionneerd werd met den titel van hoofdinspecteur.
Hij werd in hetzelfde jaar lid van de 2e Kamer voor den Haag. Behalve het lidmaat van verschillende commissiën in Nederland was hij ook lid der internationale commissie voor het Suez-kanaal en adviseur voor Antwerpen voor het doorsteken van een groote bocht in de Schelde. Hij was een aantal jaren bestuurslid en van 1878-1902 voorzitter van het Koninkl. Instituut van Ingenieurs, 15 jaar lang voorzitter van de Maatschappij van Nijverheid.