Conclusio - 1) in het algemeen gevolgtrekking uit een betoog; besluit, slotsom;
2) het advies van het openbaar ministerie, wanneer dit in eene procedure wordt gehoord (art. 327 Rv.);
3) de in een geding tusschen partijen gewisselde stukken, waarin ieder haar standpunt uiteen zet en daaruit hare gevolgtrekkingen maakt: de dingtalen. Deze concl. moeten met redenen omkleed zijn (art. 140,141 Rv.). De wet gaat van de gedachte uit, dat ze door partijen ter rolle worden voorgedragen; wegens tijdgebrek bepaalt men zich er in de praktijk veelal toe te constateeren, dat eene concl. wordt genomen. Aan de tegenpartij en ook aan den griffier moet een afschrift worden ter hand gesteld (artt. 140, 141 Rv., 44 Regl. I). Men onderscheidt, naar de volgorde waarin zij worden genomen, concl. van eisch, van antwoord, van repliek en van dupliek. De rechter kan op eenparig verzoek van partijen het nemen van nog meer concl. toestaan (art. 142 Rv.). In hooger beroep komt echter in het algemeen alleen een concl. van eisch en een van antwoord voor (art. 347, Rv.), in cassatie kent de wet uitsluitend een conclusie van antwoord (art. 411 Rv.). Bij incidenteele vorderingen is re- en dupliek slechts mogelijk op eenparig verzoek van partijen (art. 247 Rv.). De wet kent het procedeeren bij schriftelijke concl. slechts bij de rechtscollegiën. In de praktijk heeft het echter ook voor den kantonrechter veelvuldig plaats.