Comma Johanneum - (Gr.), een indringsel in den tekst van 1 Joh. 6: 7, 8, de woorden, die in het volgende tusschen haken staan:,, Want drie zijn er, die getuigen [in den hemel, de Vader en het en het woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn een. En drie zijn er die getuigen op de aarde], de Geest en het water en het bloed, en die drie zijn tot een.” De invoering ontbreekt in de oude handschriften, vertalingen en kerkvaders. Erasmus liet haar dan ook weg in zijn eerste twee uitgaven 15181, 15192, maar dat wekte ontevredenheid, omdat men ze uit de Vulgaat kende. Toen beloofde Erasmus ze te zullen opnemen, als ze in één Grieksch handschrift voorkwamen.
Nu vond men in Engeland een heel jong Gr. handschrift, den codex Montfortianus, thans te Dublin, waarin de woorden gevonden werden, blijkbaar door vertaling uit het Latijn er in gekomen. Daarom kwamen ze in Erasmus’ uitgaven van 15223, 15274. In Luthers vertaling kwamen ze eerst na zijn dood voor, maar burgerden al meer en meer in, totdat de laatste eeuw de onechtheid voor allen aan het licht bracht.