Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Colonne (krijgskunde)

betekenis & definitie

Colonne (krijgskunde) - Colonne, noemt men in de krijgskunde al die formaties in gesloten orde van eene legerafdeeling, waarbij de onderdeelen zich achter elkaar bevinden; zulks in tegenstelling met de linie-formaties, waarbij de onderdeelen zich naast elkaar bevinden. Zoowel bij eene c. als bij eene linie kunnen de onderdeelen op zich zelf in colonne of in linie zijn opgesteld. Bij eene open c. is de onderlinge afstand tusschen de onderdeelen gelijk aan de frontbreedte van elk dier onderdeelen; bij eene gesloten c. is de afstand tusschen de onderdeelen zoo klein als met het oog op de beweegbaarheid en het overzicht maar eenigszins mogelijk is. Bij eene c. onderscheidt men hoofd, flanken en staart.

Wanneer twee even sterke c. met enkele passen tusschenruimte naast elkaar plaats nemen, spreekt men van een dubbele c. Op marsch gebruikt men de z.g. marschcolonne; de onbereden troepen gebruiken hierbij als regel de formatie met vieren uit de flank. Terwijl men vroeger de c. formatie ook in het gevecht bezigde (colonne-tactiek), is, in verband met de uitwerking der moderne vuurwapenen, de c. tegenw. nog slechts in hoofdzaak de bewegings- of manoeuvreervorm. Het gevecht wordt tegenwoordig in de verspreide orde gevoerd.

— De col.-vormen van een Ned. reg. cav. bestaan uit: 1) de dubbele col., waarbij de esk. zich 2 aan 2 naast en achter elkaar bevinden, terwijl elk in col. met pel. is gevormd; 2) de col. met pelotons, waarbij de esk. zich alle achter elkaar bevinden, in elk esk. de pel. eveneens achter elkaar en elk in linie; 3) de marschcol. (met 2 en 4); 4. de open en gesloten col., waarbij de esk., elk in linie gevormd, zich achter elkaar bevinden op resp. 4½ en 1½ pel.-breedte afstand.

< >