Colombo, stad aan de W.-kust van het eiland Ceylon, een der belangrijkste kolenstations aan den handelsweg naar O.-Azië en Australië; het heeft daardoor het drukste scheepvaart-verkeer van alle Eng.-Indische havens; 215.000 inw.; grootendeels inboorlingen, slechts 5000 Europeanen. C. heeft een vrij goede, door pieren kunstmatig gevormde haven, en is de zetel van den groothandel (vooral doorvoerhandel) op Ceylon. De invoer betreft vooral Engelsche katoen en voedingsmiddelen, o.a. rijst, waaraan het wel vruchtbare, doch dichtbevolkte eiland een groot tekort heeft. De uitvoer omvat: koffie, kaneel, kina, copra.
Bijna de geheele stad bestaat uit kleine, uit elkaar staande huisjes van inboorlingen, die verscholen liggen in het groen. De stad biedt dus geen grootsch, overzichtelijk geheel. Zetel van een Nederl. consulaat.
