Collecta, 1) collectio (Gr.), godsdienstige samenkomst, verder ook de godsdienstplechtigheid daarbij; speciaal echter benaming van de voorbereidingsgodsdienstoefening, die aan de processie naar de statie-kerk voorafging; vervolgens van een hoofdbestanddeel van deze godsdienstoefening, n.l. het zegen- of slotgebed (oratio ad collectam); eindelijk ook benaming voor het eerste Misgebed bij de daaropvolgenden statiegodsdienstoefening zelf en de eerste Misoratie in ’t algemeen. Dikwijls bestond de C. uit meerdere oraties: dubbele C. Nu is het getal der oraties door de Rubrieken geregeld. In de plaats van de huidige C. was in de eerste eeuwen de oratie pro fidelibus, waarin de Diaken de vota van het volk voordroeg. Het liturgisch boek dat de C. bevat heet Collectaneum of Collectarium; de recitatieve zangwijze, waarop de C. wordt voorgedragen, C. toon.
— 2) benaming voor het breviergebed, ook voor eene door den voorbidder uitgesproken slotoratie.
— 3) de geestelijke lezing der monniken, bijzonder na ’t avondeten, dat dan ook zelf, vooral op vastendagen, C. genoemd werd; als geestelijke lezing dienden het meest de H. Schrift, de Collationes Patrum van Joannes Cassianus en het leven der Vaders.
— 4) inzameling van aalmoezen en liefdesgaven voor Kerkel. of weldadige doeleinden, collecte.