Colemaniet, mineraal, Ca2BO6O11. 5H2O, monoklien, in forsche, kortprismatische kristallen, die de wanden bezetten van holten in korrelige aggregaten van hetzelfde mineraal; kleurloos, melkwit tot roomkleurig, doorzichtig tot doorschijnend. In 1882 voor het eerst gevonden in Death Valley, Inyo Co., in het volgende jaar in grooter hoeveelheid in Calico-district, San Bernardino Co., beide in Californië. De tot 5 voet dikke lagen liggen bij het plaatsje Borate over groote uitgestrektheid ingeschakeld tusschen tertiaire leem-, zandsteen- en tuflagen.
In Death Valley bereiken de sterk geplooide lagen zelfs dikten van 50 voet. Klaarblijkelijk door uitlooging van deze lagen zijn de boraxafzettingen gevormd, die reeds veel vroeger in de valleien dezer streken bekend waren geworden. Wellicht is pandermiet een fijnkorrelige, niet geheel zuivere C.
