Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Cohn (Jonas)

betekenis & definitie

Cohn (Jonas), Duitsch wijsgeer, geb. 1869, prof. te Freiburg, als denker aan Rickert verwant en vooral bekend door zijn Allgem. Aesthetik (1901). C. bestrijdt de psychologische schoonheidsleer. De aesth. is een kritische „Wertwissenschaft”, die niet vraagt naar het ontstaan, maar naar ’t recht der a. waardebepalingen en de veronderstellingen, waarop het „Forderungscharakter” van het aesth. (in tegenst. met het „aangename”) berust. — In zijn kennisleer leidt C. het begrip „waarheid” teleologisch van een „sollen” af. „ In het kennen streeft het indiv.

Ik er naar om zich van zijn individualiteit te bevrijden.” Verder leert hij het „utraquisme” der oordeels-evidentie, die twee niet op elkaar reduceerbare momenten bevat ’t eene „denkerzeugt”, het andere „denkfremd” (het gegevene). Ook als experimenteel psycholoog heeft C. zich verdienstelijk gemaakt. Van zijn geschriften zijn nog te noemen: Geschichte des Unendt. Problems im abendl. Denken, I 1896. — Veraussetzungen u. Ziele d. Erkennens, 1908. — Führende Denker, 1907. Der Sinn d. gegenw. Kultur, 1914 (onder invloed v. Fichte geschreven).

< >