Coccidiose - ziekte, veroorzaakt door de aanwezigheid van coccidiën. Deze zijn bij de huisdieren steeds van het geslacht Eimeria. De c. kan zich op verschillende manieren voordoen, naar gelang van het orgaan, waarin zich de coccidiën bevinden. Zoo onderscheidt men darm-, lever-, neus- en nier c. (Coccidiosis intertinalis, hepatis, narium en renalis).
Van de grootste beteekenis, althans voor sommige streken, in de darmc. van het rund, veroorzaakt door Coccidium of Eimeria bovis. De parasieten bevinden zich dan in de dikke darmen. Vooral jonge runderen worden er door aangetast. Ze krijgen een hevige diarrhoe, welke in het begin bloederig is en waardoor de dieren soms in enkele dagen sterven of anders sterk vermageren; in ’t laatste geval herstellen zij gewoonlijk in een paar weken. De ziekte heerscht voornamelijk in natte zomers. Behalve bij het rund is darmc., maar dan vooral in de dunne darmen, ook waargenomen bij het schaap en de geit; verder bij den hond, de kat, bij verschillende vogelsoorten en vooral ook bij konijnen.
Bij deze laatste diersoort heeft men al of niet gepaard met darmc., ook lever- en neusc. gevonden, alles veroorzaakt door Coccidium of Eimeria Stiedae, perforans of cuniculi. Nierc. werd in Frankrijk bij ganzen gevonden en eenmaal bij paarden en honden; zij werd teweeggebracht door Coccidium of Eimeria truncata. Nier- en leverc. geven aanleiding tot vermagering en verzwakking, vooral bij leverc. op het laatst gepaard met diarrhoe. Bij neusc. kan men slijmige, later etterige uitvloeiing uit den neus waarnemen, terwijl de dieren herhaaldelijk proesten en niezen en met de voorpooten langs den neus wrijven. Later zijn menigmaal ook de slijmvliezen van mond, keel en oogen aangetast. Coccidiën heeft men bovendien gevonden als parasieten van muizen, mollen, eenige vischsoorten en verschillende arthropoden.
