Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Clermont-Tonnerre

betekenis & definitie

Clermont-Tonnerre - Fransch geslacht, afkomstig uit Clermont bij Grenoble. De baronnen van Clermont waren de machtigste heeren in Dauphiné; onder Anton II van C. werd de Baronie in 1547 tot een graafschap verheven. Tot dit geslacht behooren:

1) Stanislaus graaf van C., geb. 1747; werd in 1789 als afgevaardigde van den adel lid der Staten-Generaal; stemde voor de gemeenschappelijke vergadering der drie standen en trad in de Nationale Vergadering op als voorstander der constitutioneele monarchie. In de nachtelijke zitting van 4/5 Aug. 1789 stemde hij voor afschaffing der privilegiën, toch hoorde hij niet tot de geavanceerden; hij was voor het Twee-Kamerstelsel, voor het volle Koninklijk Veto (veto absolu) en de verdere bevestigingen van de positie van den constitutioneelen vorst. Om den opmarsch van het republikeinsche idee te stuiten, stichtte hij met andere „monarchiens” den „club des Impartiaux”, op het eind van 1790 omgezet in een „club des Amis de la Constitution monarchique”; met zijn club had hij al even weinig succes als met zijn „Journal des Impartiaux”, door hem en zijn vriend Fontanes uitgegeven. In Juni 1791 aangeklaagd den koning bij zijn vlucht behulpzaam te zijn geweest, kwam hij in gevaar van door het volk gedood te worden. Bij de volksbeweging van 10 Aug. 1792 drong een woedende menigte zijn woning binnen, naar het heette tot het zoeken van verborgen wapens. Toen men geen wapentuig vond, sleurde men den graaf naar buiten, die door het gepeupel werd vermoord. Met hem stierf de grafelijke tak van het huis C.-T. uit. In 1791 verscheen een uitgave zijner politieke geschriften in vier deelen:

Recueil des opinions de Stanislaus de Clermont. 2) Aimé Marie Gaspard, markies, later hertog van C., geb. 1779 te Parijs, studeerde aan de Polytechnische School, maakte de veldtochten in Italië, Duitschland en Spanje mee, en werd in 1808 adjudant van Jozef Bonaparte in Napels.

In 1814 nam hij weder dienst in het Fransche leger waar hij spoedig tot Maréchal de Comp. opklom; na den tweeden terugkeer van Lod. XVIII werd hij Pair en Commandeur der Gardecavallerie. Onder Villèle werd hij Dec. 1820 minister van marine, in welke betrekking hij met alle kracht aan de opheffing van Frankrijks vervallen marine werkte; in 1823, toen hij minister van oorlog werd, zette hij zich aan de reorganisatie van het leger. Bij de Julirevolutie van 1830 weigerde hij den ambtseed aan de nieuwe regeering; sedert leefde hij als vergeten burger Hij stierf in 1865 op zijn kasteel Glissolles

< >