Cilli - 1) district, zonder de stad C., in het Z. van Stiermarken, Oostenrijk; 200 K.M2. groot, 140.000 inw. — 2) C., Slavisch: Celje, stad, zetel van het bestuur van het district C., 240 M. boven de zee, aan den linkeroever der Sann, zijrivier van de Save, een schilderachtige landstreek aan de spoorlijn Graz-Laibach; er is een museum van Romeinsche oudheden; de stad drijft handel in hout, ijzer, leer, graan en steenkool uit de omgeving; zij telt 7000 inw. — C. werd ten tijde der Kelten gesticht; Plinius vermeldt haar reeds, onder den naam Celejas; in 15 v. Chr. kwam zij aan de Romeinen en kreeg toen den naam Claudia Celeja; 50 jaar later werd zij door keizer Claudius tot een municipium verheven. In Romeinsche geschiedwerken wordt C. Troja secunda genoemd. De zich hier bevindende Marstempel was in het geheele rijk beroemd; het Christendom vond vroeg ingang in C. In 595 werd de stad door de voortdringende Slaven verwoest.
Een nieuwen bloeitijd had C. onder het geslacht der graven van Cilli, waarvan de eerste, Frederik van Soneck, in 1341 tot graaf van C. werd verheven; onder zijn opvolgers waren graaf Herman I (overl. 1385), gehuwd met eene dochter van koning Stephan I van Bosnië, Frederik II, Herman III (overl. 1426) en Ulrich III (overl. 1456) machtige vorsten. Het graafschap C. kwam onder keizer Frederik III (1440 — 1493) aan Oostenrijk.