Cheyne-Stoke’s ademhalingsverschijnsel noemt men eene wijze van ademhalen, die daarin bestaat, dat na eenige zeer diepe ademhalingen langzamerhand meer oppervlakkige volgen, totdat een stilstand der ademhaling intreedt; daarna komen oppervlakkige, langzamerhand dieper wordende ademhalingen terug en het beeld herhaalt zich. Het periodische verschijnsel, dat door de Edinburgsche geneesheeren Cheyne en Stoke bij vethart werd gevonden (1818), komt ook wel bij andere hartaandoeningen voor, somwijlen bij hersenlijders, uraemie enz., en zou te verklaren zijn door eene rhythmische prikkelbaarheid der zenuwcentra, die de ademhaling beheerschen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
