Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Chesterfield (Philip Dormer Stanhope, 4e graaf van)

betekenis & definitie

Chesterfield (Philip Dormer Stanhope, 4e graaf van), 1694—1773, Engelsch staatsman en schrijver, studeerde te Cambridge, ging 1714 naar ’t va steland en woonde vrij langen tijd te Parijs. Onder George I werd hij kamerheer bij den prins van Wales en lid van ’t Lagerhuis; na zijns vaders dood, in 1726, lid van ’t Hoogerhuis. In 1727 ging hij als buitengewoon gezant naar Holland, waar hij een groot bewonderaar werd van den raadpensionaris Slingelandt en onder diens invloed kwam te staan. Pogingen van de Orangisten in 1729, om een volksbeweging te verwekken ten gunste van den Prins, welke gevaarlijk worden kon voor Slingelandt, vonden dan ook bij hem geen steun.

Vervolgens werd hij opperhofmeester van George II, daarna, in 1744, vice-koning van Ierland en in 1746 secretaris van Staat; door doofheid was hij echter genoodzaakt, zich langzamerhand uit het openbare leven terug te trekken; hij wijdde zich nu aan zijne studies. Groot opzien verwekten zijne Letters to his son (het eerst in 1774 uitgegeven, daarna door lord Mahon van 1845—51 in 5 deelen, ten slotte tezamen met Chesterfield’s brieven door J. Bradshaw in 1892, 3 deelen); deze brieven zijn in eleganten stijl geschreven, vol geestige gedachten; zij toonen ons den schrijver als een man van groote menschenkennis, maar tevens als een berekenend egoïst. Verder schreef Ch. o. a.: Miscellaneous works (1777, 2 dln), en Poslhumous pieces (1778). Men zie vooral over Ch. de uitvoerige essay van Jorissen in „Historische Studiën” en verder Browning, The wit and wisdom of Lord Ch. (1874).

< >