Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Chasideeërs

betekenis & definitie

Chasideeërs, van het Hebr. chasid, vroom, noemt men de aanhangers van eene richting onder de Joden van Rusland, Polen, Galicië, Hongarije en Rumenië, die tegen het midden der 18de eeuw opkwam, haar grootste verbreiding vond in de eerste helft der 19de eeuw en nog heden ten dage in de genoemde landen door een goed deel der Joodsche bevolking in eere gehouden wordt. In dezen donkeren hoek van het Jodendom, waar voor onderwijs en ontwikkeling niets gedaan werd, waar de bevolking geheel verwilderd was en van Bijbel noch Talmud iets begreep, waar het bijgeloof welig tierde, kon men zich door het officieele Jodendom niet bevredigd gevoelen. Men verlangde als geestelijke voorgangers wonderdoeners, in het bezit van geheime bovennatuurlijke wetenschap. Als zoodanig traden in het midden der 18de eeuw op Israël Baal sjem tob, gewoonlijk kortweg Besjt genoemd, gest. 1759, en Beer uit Meseritz, gest. 1772.

Het middel, dat zij daartoe aanwendden was de ekstase, teweeggebracht door heftige lichaamsbewegingen bij de godsdienstoefening (Tefilla)) op analoge wijze als dit de Derwisjen in den Islam of de Jumpers en Shakers in het Christendom trachtten te doen. Weldra wisten zij bij de achterlijke bevolking der genoemde landen grooten aanhang te verwerven, zoodat deze zich van de officieele Rabbi’s afwendde en de godsdienstoefening naar de nieuwe methode verrichtte. Men toonde daarbij groote minachting voor de talmudische geleerdheid en verklaarde, dat het geloof boven het weten ging. Alleen in Lithuanië wilde men niet zoo ver gaan alle wetenschap in den ban te doen en vormde zich onder de leiding van zekeren Zalman eene partij onder de Ch., die onder den naam van Chabads (anagram van drie Hebr. synoniemen voor wijsheid en kenni-,) bekend zijn. De heftige bestrijding van den kant der Talmudisten, die onder de leiding van Elia Wilna zelfs den ban over de Ch. uitspraken (1772 en 1781), was niet bij machte de beweging te onderdrukken; de menigte bleef aan hunne Rehbcs, die zich zelven Zaddik (rechtvaardig) noemden, getrouw. Ook maatregelen van de politieke overheid bleven zonder gevolg en eerst in de 2de helft der 19de eeuw. toen men zich moeite gaf door beter onderwijs (Haskala, inlichting) de onwetendheid en het bijgeloof der Joden te bestrijden, verloren de Rebbes bij velen hun aanzien, hoewel, gelijk boven werd opgemerkt, nog ongeveer de helft der Joden in die streken tot de Ch. kunnen gerekend worden.

< >