Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Charles marius dozy

betekenis & definitie

Charles marius dozy - geb. 1852 te Leiden, overl aldaar 1901, studeerde te Leiden in de rechten, hoewel historische studiën hem veel meer aantrokken, promoveerde in 1876, bekleedde eerst in Haarlem, daarna in Amsterdam eenige administratieve betrekkingen, welker werkzaamheden hem weinig bevredigden, werd in de hoofdstad van ’t land adjunct-archivaris onder Mr. de Roever, die hem tot het besef van zijn werkelijk talent bracht, t. w. het verzamelen van schriftelijke en andere gegevens voor de intieme kennis van het historisch leven onzer vaderen en met wien hij drie jaren lang arbeidde, om het Amsterdamsch archief te maken tot het middelpunt van de studie der geschiedenis van ons land; werd in 1886 benoemd tot archivaris van zijn geliefde geboortestad, waar hem een omvangrijke arbeid wachtte in het slecht verzorgde archief, dat hij in 1893 in een nieuw gebouw mocht onderbrengen. Van zijne wetenschappelijke werkzaamheid getuigen tal van artikelen in dag- en weekbladen, vooral studiën van kunst-historischen aard in „de Nederlandsche Spectator” en in „Oud-Holland”.

< >