Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Chantepie de la Saussaye

betekenis & definitie

Chantepie de la Saussaye - (Daniël), Nederl. theoloog, de vader der ethische richting, afkomstig uit een aanzienlijk Normandisch geslacht, dat zich midden 18e eeuw hier te lande vestigde, was een kleinzoon van den Haagschen predikant Jacques George Ch. de l. S., en werd geb. te ’s-Gravenhage 1818, te Leiden als theol. student ingeschreven in 1836, te Leeuwarden als Waalsch predikant bevestigd in 1842, te Leiden 1848, Ned. Herv. pred. te Rotterdam 1862, en hoogleeraar in de theologie te Groningen 1872, waar hij zijne inaugureele oratie hield over De plaats der theol. wetenschap in de encyclopedie der wetenschappen (Gron. 1872). Niet lang bleef hij hier werkzaam, daar hij 13 Febr. 1874 reeds overleed. D. l. S. wilde in gezonden zin orthodox zijn en zich aan de belijdenis der Kerk houden.

In plaats van een belijdeniskerk, zooals vroeger, wilde hij echter een belijdende gemeente. Op het geloofsleven dier belijdende gemeente legde hij allen nadruk, in verband met zijne overtuiging, dat de waarheid ethisch is. Uit het leven der gemeente moest dus de theologie ontstaan en niet omgekeerd. Het dogma is niets anders dan de formuleering van het bestaande leven en heeft geen subjectieve beteekenis, als het niet vrucht is van persoonlijke gemeenschap met den levenden God. Deze toch heeft zich zelven geopenbaard en niet eene leer. Die openbaring aan te nemen is geloof, met dien God in persoonlijke gemeenschap te staan is godsdienst. Het object der theol. wetenschap is de chr. kerk, gedacht als het geheel der levensuitingen van den geest, die de chr. gemeente als zoodanig bezielt. Die geest gaat uit van Jezus en wordt door het geloof in Hem gekend.

Het levensbeginsel der chr. kerk is dus ook dat der chr. theologie. Het geloof is de band, die den theoloog bindt aan het voorwerp zijner wetenschap. — d. i. S. was een zelfstandig denker, maar Böhme, Schleiermacher en Vinet hebben in meerdere of mindere mate invloed op hem geoefend. Zijn ethische theologie heeft echter minder op de gemeente dan op sommige theologen gewerkt. Onder zijne oudere leerlingen treden vooral J. H. Gunning Jr. en J. H. L. Roozemeyer op den voorgrond, onder de jongere vooral de hoogleeraren De la Saussaye Jr., van Dijk en Valeton Jr. Hun invloed is echter beperkt gebleven binnen de grenzen van ons land. Hij was een zeer beminnelijk man, daarbij vriendelijk en humaan, van hoogwetenschappelijken zin en groote werkkracht, die zich zelf niet zocht, maar behoefte had aan sympathie.

Hij heeft veel geschreven. Een opgave daarvan is te vinden in Bijlage III achter het hierna te noemen werk van Dr. A. M. Brouwer. — Zie over hem: J. J. van Toorenenbergen, Levensbericht van D. Chantepie de la Saussaye (Leiden 1874); A. M. Brouwer, Daniël Chantepie de la Saussaye. Eene hist.-dogm. studie (Gron. 1905); H. Bavinck, De Theologie van Prof. Dr. Daniël Ch. d. l. S. Bijdrage tot de kennis der ethische theologie (Leid. 1884, 2e dr. 1903).

< >