Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Caroli

betekenis & definitie

Caroli - (J. P. A. N.), Nederlandsch rechtsgeleerde, op 50-jarigen leeftijd in 1909 overleden te Amsterdam. In 1885 promoveerde hij aan de Amsterdamsche Universiteit tot doctor in de rechtswetenschap op een proefschrift, getiteld Het interlocutoire vonnis historisch beschouwd, dat reeds terstond de aandacht trok. Hij vestigde zich als advocaat te Amsterdam en kreeg als zoodanig een drukke praktijk; voorts was hij lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland en van den Amsterdamschen Gemeenteraad. Daarnaast wijdde hij zich aan wetenschappelijken arbeid, voornamelijk op het gebied van het burgerlijk procesrecht en het publiek recht (in het bijzonder het gemeenterecht).

Kort voor zijn dood nam hij het initiatief tot de oprichting van een zich speciaal aan de bestudeering van het publiek recht wijdende vereeniging. In 1907 bracht hij voor de Nederlandsche Juristen-Vereeniging een veel geprezen prae-advies uit over de herziening van het burgerlijk proces; naar aanleiding van de hierover gehouden besprekingen werd ter uitwerking van het door de vergadering uitgesproken denkbeeld een commisie benoemd, waarvan ook C. deel uitmaakte, terwijl hij tevens in het bestuur der Vereeniging werd gekozen. Van zijn hand verscheen het eerste deel van een monografie, getiteld Het kort geding voor den President der Arondissements-Rechtbank (Référé) (Den Haag, Boekh. v.h. Gebr. Belinfante, 1906). Verder deed hij in tijdschriften, meestal in Themis, vele belangrijke artikelen verschijnen. Ten gevolge van een noodlottig ongeval kwam hij om het leven.

< >