Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Caraffa

betekenis & definitie

Caraffa - Napelsche adellijke familie, tot welke o. a. behoren: 1) Gianpietro Paulus IV*. — 2) Antonio, bijbelcriticus, geb. 1538, overl. 14 Jan. 1591 te Rome; door Pius V tot kardinaal, door Gregorius XIII tot apostolisch bibliothecaris benoemd, onder Gregorius en Sixtus V president van de toenmalige bijbelcommissie en andere Congregaties; gaf in 1587 de herziene Septuagint uit, en reikte aan Sixtus de met hulp van vele geleerden verbeterde Vulgaat over; vertaalde schriftuurverklaringen van Grieksche vaders:

Catena explicationum ceterum P. P. in omnia tam V. quam N. T. Cantica (Padua 1565, Keulen 1573). Hij ijverde voor critische uitgaven van de geschriften der Vaders en pauselijke brieven.

— 3) Carlo, geb. 29 Maart 1517, overl. 6/7 Maart 1561; door zijn oom Paulus IV na een in krijgsdienst doorgebrachte jeugd tot kardinaal benoemd, 1558 als legaat naar Philips II en naar Frankrijk gezonden; daarna in ongenade gevallen en uit Rome verbannen. Door Pius IV Juni 1560 in de Engelenburcht gevangen gezet, van hoogverraad aangeklaagd en door beulshand om ’t leven gebracht. Paulus IV had aan hem het onderzoek opgedragen aangaande de regeling der bisdommen in de Vereenigde Nederlanden (1859).

— 4) Antonio, Oostenr. veldmaarschalk, hielp in 1683 Weenen ontzetten en 1686 Ofen heroveren, maakte zich door zijn gewelddadig optreden in Hongarije algemeen gehaat; ten slotte vocht hij onder hertog Karel van Lotharingen tegen Frankrijk. Hij overleed 1693 te Weenen. — 5) Ettore, geb. 1767 te Napels, aanhanger der Fransche revolutie, leidde als Napolitaansch generaal de verdediging der Parthenopeesche republiek, werd na den val daarvan terechtgesteld, 1799.

< >