Carácas - hoofdstad der republiek Venezuela en van het bondsdistrict, dat een oppervl. heeft van 1930 K.M2., 113.000 inwoners telt, waarvan de hoofdstad 57.000, met de omringende voorsteden 73.000. C. ligt aan den voet van den Silla de Caracas, 920 M. boven den zeespiegel, in het met koffie- en vruchtboomen bedekte dal van de Rio La Guaira. Niettegenstaande de hooge ligging is het er toch warm, de koudste maand heeft nog een gemiddelde temperatuur van 20,3°, de warmste van 23,3°. De stad is zeer wijd en regelmatig gebouwd.
Het drukke verkeer, de talrijke trams, het electrisch licht geven de stad een grootsteedsch, West-Europeesch voorkomen. Middelpunt is de drukke Plaza Bolivar, in wier midden een groot ruiterstandbeeld staat van Bolivar. Hier zijn ook gebouwd de Cathedrale, het verblijf van den president en den aartsbisschop, de in 1722 reeds gestichte centrale universiteit. C. heeft bovendien het Bondsgebouw en het pantheon, waar Bolivar en andere helden uit den bevrijdingsoorlog liggen begraven. Hoofdmiddel van bestaan is de landbouw; uitvoer naar de naburige staten en Europa van cacao, koffie en tabak. Het is door een spoorweg verbonden met Valencia en met La Guaira", de belangrijkste haven van de republiek. Deze eerste lijn, 196 K.M lang, heeft niet minder dan 152 viaducten en bruggen en 86 tunnels noodig gemaakt om door het bergland van Los Teques te komen; de andere is slechts 37 K.M. lang, werd in 1883 geopend en heeft 7 tunnels noodig om het 1000 M. hooge scheidingsgebergte te passeeren. C. werd in 1567 door Diego Losado onder den naam Santiago de Leon Caracao gesticht, in 1595 door de Engelschen verbrand, en speelde in den bevrijdingsoorlog tegen Spanje een belangrijke rol. 26 Maart 1812 werd het door een aardbeving, die 12.000 menschen het leven kostte, voor de helft verwoest.
