Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Cannegieter (Tjeerd)

betekenis & definitie

Cannegieter (Tjeerd) - Nederl. theoloog, geboren 1846 te Schingen (Friesl.), waar zijn vader predikant was, studeerde sedert 1864 te Groningen, behaalde in 1867 een „accessit” op een prijsvraag, uitgeschreven door de theol. fac. te Utrecht, werd in 1869 met goud bekroond aan de Universiteit te Groningen en promoveerde aldaar in hetzelfde jaar tot Theol. doctor op proefschrift getiteld: de Christologie volgens den brief aan de Hebreërs (Groningen 1869). Na predikant der Ned. Herv. Gemeente geweest te zijn te Niehove (9 Jan. 1870), Hoogezand (1876) en Tzum (1878), hield hij, benoemd tot hoogleeraar van wege de Ned.

Herv. Kerk aan de Universiteit te Utrecht, 18 Nov. 1878, zijne inaugureele oratie aldaar over: Kerk, Kerkleer, Kerkrecht, Groningen 1878. Wegens 70jarigen leeftijd moest hij bij het einde van den cursus 1915/16 aftreden en 7 Juni 1916 hield hij daarom zijn afscheidsrede over: Rekenschap van beginselen, Utr. 1916. Behalve verschillende tijdschriftartikelen bijv. in „Teylers theol. Tijdschrift” schreef C. o.a. De nuttigheidsleer van J. Staart MUI en Prof. vander Wijck(1876), Dezedelijkheid, haar wezen, grondslag en doel (Gron. 1879); Het objectieve en het subjectieve in de dogmatiek (1879); Het persoonlijk karakter van den godsdienst en het Ullramonlanisme (1882); De taak en de methode der wijsbegeerte van den godsdienst (1886); De godsdienst uit plichtsbesef en de geloofsvoorstelling uit dichterlijke verbeelding geboren (Leiden 1890) ; Wetenschap en Ultramontanisme; Niet naar Canossa; C. heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt ten opzichte van de kwestie over het beheer der kerkelijke goederen en daarover geschreven o.a. De bevoegdheid tot regeling van het beheer der kerkelijke goederen berust bij de algem. Synode (Utr. 1890); Uitstel, geen afstel (Utr.

1891) ; In naam van historie en recht (1892); Non tali auxilio (Utr. 1896); Het voorloopig aangenomen reglement op het beheer (1897).

< >