Candolle (Augustin Pyramus de) - Zwitsersch plantkundige, geb. 1778 te Genève, overl. aldaar 1841. Hij studeerde sedert 1796 te Parijs en gaf zijn eerste onderwijs in de plantkunde in 1804 aan het Collège de France. Nadat hij eenige jaren professor te Montpellier was geweest, ging hij in 1816 naar Genève terug, waar een professoraat voor hem werd gesticht en een botanische tuin voor hem werd opgericht. C. is vooral bekend geworden door zijn werk op het gebied van de beschrijvende plantkunde.
Zijn voornaamste werk is de Prodromus systematis naturalis regni vegetabilis, waarvan tusschen 1824 — 1839 7 deelen verschenen, en die na zijn dood door zijn zoon (zie vorig artikel), werd voortgezet. Het werk had de bedoeling korte beschrijvingen te geven van alle toen ter tijde bekende soorten van hoogere planten. Verder is de C. bekend geworden door een geheel nieuwe en zelfstandige uitgave van de Flore française van Lamarck (1806—1816), terwijl hij ook op het gebied van de morphologie en physiologie belangrijk werk leverde. Door zijn Géographie agricole et botanique (1809) is hij met A. v. Humboldt en Robert Brown een van de grondleggers der plantengeographie geworden.