Campo Santo - (Ital.), Heilig veld, Italiaansche naam voor kerkhof. Meer in het bijzonder verstaat men er onder de met buitengewonen praal en door opene arcaden omgeven graven van beroemde of aanzienlijke personen. Beroemd is het C. te Pisa, Bologna, Milaan, Genua, Rome. Te Rome daarenboven wordt speciaal door C. verstaan de Duitsche nationale stichting van Santa Maria in C. bij de St.
Pieterskerk, voortgekomen uit de door Karei den Groote gestichte „Schola Francorum”. Onder Paus Martinus V liet een nobilis peregrinus Fridericus Theutonicus het kerkhof in goeden staat brengen en begroef de dooden. Onder Paus Eugenius IV (1431) werd de bestaande kapel verbouwd, en Johann Goldener (later wijbisschop van Bamberg, overl. 1475) verzamelde zijn landgenooten ter predikatie in de kerk van het C., stichtte een Broederschap van de geloovige zielen (1447 of 48), die thans een Aarts-broederschap is; aan deze Broederschap vooral is het te danken, dat in 1501 de nieuwe kerk geconsacreerd en het daarmee verbonden Maria-hospitium nieuw op gebouwd kon worden. Sedert de nieuwe regeling van het C. door de Sacra Visita (1846) en door breve van Pius IX (1876) bevindt zich aldaar een priester-college voor de studie van de Kerkgeschiedenis en de christelijke archaeologic (dit geeft sinds 1887 „die Römische Quartalschrift” en sinds 1901 de „Oriens Christianus” uit). Op dit C. is o. a. Dr. Schaepman* begraven.