Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Cachet (lettres de)

betekenis & definitie

Cachet (lettres de) - onder het ancien régime in Frankrijk de brieven, die geteekend waren door den koning en gecontrasigneerd door een van zijn ministers en met het koninklijk zegel, cachet, waren gesloten. Zij bevatten een koninklijk bevel, b.v. tot bijeenroeping van de Staten der Provinciën of tot enregistreering van de koninklijke edicten in de registers van een parlement. In het bijzonder worden l. de c. genoemd de brieven, waarbij de koning, zonder gerechtelijk onderzoek en zonder gelegenheid te geven tot verdediging, veroordeelde tot opsluiting in een staatsgevangenis (de Bastille*, de donjon van Vincennes, enz.), in een klooster of hospitaal (b.v. la Salpétrière), tot deportatie naar de koloniën, tot interneering in een bepaalde plaats binnen het koninkrijk.

Dergelijk koninklijk absolutisme was geheel volgens den ouden regel van het Romeinsche recht: rex solutus est a legibus, de vorst is door de wetten niet gebonden. Het koninklijk bevel, eerst slechts mondeling, werd sedert de veertiende eeuw schriftelijk gegeven bij „lettre de cachet.” De l. de c. belmoren tot de „lettres closes,” zoo genoemd in tegenstelling tot de „lettres patentes”, die een meer officieel karakter droegen en door den kanselier* met het staatszegel moesten worden gezegeld. De l. de c. werden slechts door den staatssecretaris, in naam des konings, geteekend en droegen het private zegel van den vorst.

Zij waren voor het gouvernement een gewenscht wapen tegen politieke tegenstanders en gevaarlijke auteurs; een middel om krankzinnigen en vrouwen van lichte zeden buiten de samenleving te sluiten; om al te levenslustige zonen van adellijke families tot kalmte en zelfbezinning te brengen. Een van de meest illustre objecten der laatste soort is de jonge Mirabeau geweest, die zijn opgekropten wrok luchtte in een fel geschrift: „Les lettres de cachet et les prisons d’Etat.” Deze brieven van koninklijke willekeur wekten herhaaldelijk tegenstand. Vooral toen onder Lodewijk XVI het ancien régime ten ondergang neigde, was de oppositie heftig; toch verklaarde de Kroon in de koninklijke zitting van de Staten-Generaal van 23 Juni 1789, dat ze van haar recht geen afstand wilde doen. De Constituante deed ze echter verdwijnen. Onder Napoleon voor korten tijd herleefd (decreet van 9 Maart 1801), verdwenen zij met zijn val; in het senatus-consulte van 3 April 1814, dat zijn val proclameerde, werd o.m. als rechtsgrond voor deze handeling aangegeven, dat hij de constitutioneele rechten had geschonden door zijn decreten betreffende de staatsgevangenissen. Litt. A. Chassaigne, Les Lettres de Cachet sous Tanden régime (Paris, 1903), F. Funck-Brentano, Les Lettres de Cachet a Paris (Paris 1903).

< >