Caccini - (Giulio), geboren 1550 te Rome, overleden 1618 te Florence; zanger, luitspeler, en componist; in eerstgen. hoedanigheid verbonden aan het Hertogel. hof te Florence. De beteekenis van C. ligt in hoofdzaak op het gebied van het eenstemmige gezang (zie MONODIE), dat hij losmaakte van de kluisters van het dichterlijke metrum. Voor hem waren de poëtische inhoud van den tekst en de stemming van het gedicht, de aanwijzing tot den aard der compositie. In de geschiedenis van het eenstemmige gezang met begeleiding is C. een der hoofdfiguren.
Natuurlijk is in vele van zijne composities nog de invloed van den tijd, waarin hij leefde, merkbaar, maar hij vormt een onmisbare schakel tusschen den ouden en nieuwen tijd. De titel van zijne verzameling Aria’s en Madrigalen (1602) Nuove musiche is daarom zeer wel gekozen. C. heeft werkelijk iets nieuws teweeggebracht. Hij schreef ook opera’s o. a. Euridice, tekst v. Rinuccini. Vgl. Alfr. Ehrichs, Gulio Caccini (Dissert., Leipzig, 1908).