Bussingh

betekenis & definitie

Bussingh - (Johannes Wilhelmus), Ned. dichter van gezangen, geb. te Delfshaven 1761, overl. te Alphen a/d Rijn 1828; predikant te Vinkeveen 1783, Monster 1786, Gorinchem 1788, Gouda 1793—1798, toen hij door de municipaliteit afgezet en uit de stad gebannen werd; in 1802 in zijn ambt hersteld, bleef hij te Gouda werkzaam tot 1824, toen hij emeritaat kreeg. Hij gaf uit Gezangen van de Gereform. kerk (3 dln., Rotterd. 1796, 1797), bundels gezangen voor Christ, feestdagen, godgel. werken, enz.