Bussemaker - (Carel Hendrik Theodoor), Nederl. geschiedvorscher, geb.1864 te Deventer, studeerde te Leiden en promoveerde aldaar(1888)op proefschrift: Geschiedenis van Ovenjsel gedurende het eerste stadhouderlooze tijdperk (het tweede deel van deze studie verscheen 1889, Den Haag); was achtereenvolgens leeraar aan de H. B. S. te Zalt-Bommel (1887—88), te Haarlem aan het gymnasium (1888 — 95), in 1895 hoogleeraar in de vaderlandsche en algemeene geschiedenis te Groningen, in 1905 in de algemeene geschiedenis te Leiden, waar hij 6 Sept. 1914 overleed. B. was lid van de Kon. Acad. van Wetenschappen en van de Commissie van Advies voor ’s Rijks geschiedkundige publicatiën. Hij schreef: De Afscheiding der Wmische gewesten van de Generale Unie (1894, door Teyler’s Genootschap bekroond, 2 dln., Haarl. 1895—1896), Verslag van een voorloopig onderzoek te Lissabon, Sevilla, Madrid, Escorial, Simancas en Brussel naar Archivalia belangrijk voor de Geschiedenis van Nederland, op last der Regeering ingesteld (1905); met Prof.
Dr. F. J. L. Kramer gaf hij uit de 4de serie van Archives ou correspondance inédite de la Maison d'Orange-Nassau (4 dln., 1908—1914); met Mr. W. H. de Beaufort zette hij P. L. Muller’s Geschiedenis van onzen tijd sedert 1848 voort (Dl. III, 1, 1912) en met Mr. S. Muller Fz. gaf hij uit Deel V van Bakhuizen van den Brink’s Studiën en Schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren (1913); verder schreef hij talrijke bijdragen en opstellen in verschillende wetenschappelijke periodieken (opgegeven in het Levensbericht van B. door H. Brugmans in „Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1915”).