Burgersdijk - (Leendert Alexander Johannes), geb. 1828 te Alphen aan den Rijn, studeerde te Leiden in de medicijnen en in de wis- en natuurkunde en promoveerde in 1852 in het laatstgenoemde vak; werd eerst lector, daarna hoogleer, aan de kon. mil. acad. te Breda, was later verbonden aan de H. B. S. en het gymnasium te Deventer, nam in 1897 pensioen en vestigde zich te Apeldoorn. Als litterator leverde hij de eerste volledige Nederl. metr. overzetting van al de werken van Shakespeare (Leiden, 12 dln. 1884—88, 3de druk, 1898; van een twaalftal tooneelspelen verscheen een 4de druk in 1903 en 1904), welken reuzenarbeid hij in twaalf jaren voltooide; bovendien vertaalde hij ongeveer den geheelen Aeschylus en Sophocles. De Prometheus verscheen in 1880 (in de Gids), de Zeven tegen Thebe in 1891, de Perzen in 1894; de Agamemnon in het programma van het Deventer gymnasium van 1887.
Een volledige uitgave van De treurspelen van Aeschylus en Sophocles kwam uit in 1903. (Het ontbrekende van Sophocles werd vertaald door zijn zoon). Van zijn talrijke verhandelingen op het gebied der plant- en dierkunde moge hier genoemd worden: De dieren, afgebeeld, beschreven en in hunne levenswijze geschetst (1862—72); hij overl. Jan. 1900.