Buitenzorg (Ned-Indië) - hoofdpl. der gelijkn. afd. en zetel van den gouvern.-gener. van Ned.-Indië, sinds 1873 per spoor met het 59 K.M. Noordelijker gelegen Batavia verbonden, ligt 265 M. boven den zeespiegel, in een schilderachtige landstreek, heeft een koel, zeer regenrijk en gezond klimaat; te midden van een prachtig park, waarin de beroemde Lands-Plantentuin*, het paleis van den Gouverneur-Generaal, met breed front en slechts één verdieping hoog, gebouwd op de plaats van een door Van Imhoff ontworpen, in 1809 door Daendels vergroot, in 1819 door 0apellen verbouwd, op 11 Oct. 1834 door een aardbeving verwoest paleis. B. is een gemeente met zelfbestuur; het is de zetel van de Algem. Secretarie*, van het Dep. van Landbouw enz. en heeft een naar de eischen der nieuwere wetenschap ingoricht krankzinnigengesticht, een uitgestrekt, Chineesch kamp, gelegen bezuiden den Plantentuin, aan den grooten postweg naar de Preanger, een prachtige renbaan (per jaar twee races), enz.; ook vindt men er de ateliers van de Westerlijnen der Staatsspoorwegen ; in de nabijheid van B. ligt het door zijn oudheden bekende Batoe Toelis. De bevolking bedroeg einde 1905 2394 Europeanen, 26.214 Inlanders, 444 Chineezen, 388 Arabieren, 27 andere vreemde Oosterlingen. — Op de plaats, waar thans B. (Inlandsch Bogor) ligt, zou in vroegeren tijd de zetel van de vorsten van het rijk van Padjadjaran zijn geweest; zijn latere ontwikkeling dankt het aan de omstandigheid, dat in Aug. 1745 aan G. G.
Van Imhoff een deel van den kampong Baroe (door hem Buitenzorg gedoopt) werd afgestaan, onder bepaling, dat deze gift moest beschouwd worden als aan den Gouvemeur-Generaal gedaan te zijn en dat zij door hem noch door zijn opvolgers zou mogen worden vervreemd; deze bepaling werd weldra door het opperbestuur ingetrokken; toen later bleek, dat Imhoff’s erfgenamen niet in staat waren, het landgoed te beheeren, werd het in vollen eigendom afgestaan aan gouv.-gen. Mossel; sinds ging het geregeld van den eenen gouv.-gen. op den anderen over tot aan Daendels,die een groot deel van de bijbehoorende gronden aan particulieren en het paleis met de meubelen enz. aan het gouvernement verkocht, dat het sinds aan den gouvem.-gener. ter bewoning afstond. Zie PARTICULIERE LANDERIJEN.