Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brunswijk-Wolfenbuttel

betekenis & definitie

Brunswijk-Wolfenbuttel - (Lodew. Ernst, hertog van), 1718—1788, diende in het Oostenrijksche leger, waarin hij tot veldmaarschalk opklom, en ging in 1750 op aanzoek van stadhouder Willem IV over in dienst van de Republiek der Vereen. Nederl., die hem eveneens tot veldmaarschalk benoemde. Na den dood van genoemden stadhouder werd hij opperbevelhebber over ’t leger, en na het overlijden der regentes-weduwe Anna in 1759 voogd over den minderjarigen Willem V, die hem in 1766 bij zijne meerderjarigheid door de Acte van Consulentschap als raadsman in zijn dienst verbond, zonder eenige verantwoordelijkheid echter voor den hertog.

Deze acte was in ’t geheim opgesteld, hoewel met medeweten van eenige Hollandsche Regenten. De anti-stadhouderlijke partij, die hem spottend „den dikken hertog” noemde, weet het verval der vloot en van de barrière-steden in de Zuidelijke Nederlanden, hetwelk duidelijk bleek in de geschillen met keizer Jozef II, voornamelijk aan hem. Door de Staten van Holland afgezet, legde de hertog, zonder het besluit der Staten-Generaal af te wachten, 14 Oct. 1784 zijne waardigheden neer en verliet het land.

< >