Bronsveld (Andries Willem), Ned. Herv. predikant en journalist, geb. te Harderwijk in 1839, studerde aan het gymnasium zijner geboortestad en sedert 1856 aan de Universiteit te Utrecht, waar hij 26 Juni 1862 promoveerde tot Theol. Doctor op proefschrift: Oorzaken der verbreiding van het rationalisme in ons land, sinds de laatste jaren der vorige eeuw (Rott. 1862). Hij werd 28 Sept. d. a. v. predikant te Ophemert, 1866 te Charlois, 1868 te Haarlem en 7 Maart 1880 te Utrecht, waar hij werkzaam bleef tot hij 1 Jan. 1915 zijn emeritaat kreeg en thans nog woonachtig is.
In het najaar van 1889 werd hij benoemd tot kerkel. hoogleer. te Amsterdam, maar bedankte daarvoor. Hij bleef echter tot heden als priv.-doc. de dogmatiek te Utrecht doceeren, gelijk hij van zijn komst aldaar af gedaan heeft. Met hart en ziel was hij steeds en boven alles predikant en af en toe betreedt hij nog den kansel. Als prediker is hij zeer gezocht door zijn degelijke en frissche preeken, die, hoewel hij van beslist-orthodoxe richting is, door lieden van verschillende richting gaarne gehoord werden. Als politicus is hij een tegenstander van de rechtsche coalitie en oprichter en leider van den Chr. hist. kiezersbond. Op practisch gebied heeft hij zich met ijver gewijd aan allerlei arbeid van evangelisatie en onderwijs.
Als journalist heeft hij sedert 1868 met Ds. L. Tinholl en van 1875 tot heden geheel alleen het tijdschrift „Stemmen voor Waarheid en Vrede!! geredigeerd en daarin, behalve vele artikelen van zijne hand, al die jaren lang zijn altijd lezenswaardige „Kroniek” geplaatst. Vooral door die kroniek is hij in alle kringen een der bekendste mannen van beteekenis hier te lande geworden en heeft hij op politiek terrein een grooten invloed geoefend. Hij heeft vele werken uit het buitenland vertaald o.a. van Tholuck, Mallet, Pascal, O. Funcke, R. Seeberg. Van zijne geschriften zijn vooral bekend: Schetsen uit het godsdienstig en kerkelijk leven in de vorige eeuw (Amst. 1873); Een theologisch klaverblad (Rott. 1897); Hist. en letterk. opstellen (Utr. 1908); Bij de levensbron (Haarl. 1883)
e. a. Hij schreef verder tal van brochures en kleine geschriften, waarvan vele van scherp-polemischen aard. In 1902 gaf hij uit zijne Herinneringen, medegedeeld door Fidelio (Rott.). Ook zagen verschillende zijner preeken het licht, o.a. de beide bundels Aandenken en Getuigenis (Haarlem 1880) en Preeken (Utr. 1907). Zie over hem: Dr. S. D. van Veen, Dr. Andries Willem Bronsveld (in „Mannen en vrouwen van beteekenis” Haarl. 1909); C. F. Gronemeyer, Dr. A. W. Bronsveld (in „De Vriend des Huizes”, Neerbosch 1909).